Zoeken
-
Publicatie
Repeated greater occipital nerve injections with corticosteroids in medically intractable chronic cluster headache: a retrospective study
Neurol Sci. 2021 Jun 22Bekijk de publicatie -
Publicatie
Treatment with the monoclonal calcitonin gene-related peptide receptor antibody erenumab: A real-life study
Eur. J Neurology 2021 Aug 23Bekijk de publicatie -
Publicatie
Comparing Perimenstrual and Nonperimenstrual Migraine Attacks Using an e-Diary
Neurology 2021Bekijk de publicatie -
Publicatie
PRRT2 mutation causes benign familial infantile convulsions.
Neurology. 2012 Nov 20;79(21):2154-5Bekijk de publicatie -
FAQ
Bij verreweg de meeste mensen met clusterhoofdpijn treden de aanvallen vaak steeds in dezelfde periodes op (bijvoorbeeld steeds in de lente en/of herfst). Hierdoor wordt verondersteld dat chrono-biologische factoren een belangrijke rol spelen. Dit zijn mechanismen in de hersenen die ervoor zorgen dat bepaalde activiteiten in de hersenen en de rest van het lichaam een zeker ritmisch patroon hebben. Voorbeelden hiervan zijn het slaap-waakritme (de verschillende fases van de slaap) en het ritme van uitscheiding van bepaalde hormonen en andere stoffen in het lichaam, seizoen variaties in de stemming en het gedrag van mensen. Het is echter nog niet bekend hoe deze factoren een rol spelen bij het ontstaan van clusterhoofdpijn, en of een hierop gebaseerde therapie zou kunnen werken.
-
FAQ
Er zijn twee vormen van clusterhoofdpijn: een episodische vorm en een chronische vorm. In de meest voorkomende vorm, episodische clusterhoofdpijn (85%), komen de aanvallen in periodes (clusters) van enige weken tot maanden, waarbij de aanvalsfrequentie kan variëren van één per twee dagen tot acht per dag. Na een dergelijke periode kan de patiënt gedurende enkele maanden tot meerdere jaren aanvalsvrij zijn voordat er weer een nieuwe aanvalsperiode optreedt. Bij een klein deel van de mensen met clusterhoofdpijn zullen er helaas (vrijwel) dagelijks aanvallen optreden zonder dat er aanvalsvrije perioden zijn, of aanvalsvrije perioden van minder dan 3 maanden, chronische clusterhoofdpijn (15%).
-
FAQ
De International Headache Society (IHS) heeft de volgende criteria opgesteld voor clusterhoofdpijn die wereldwijd gebruikt worden (de ICHD-3 criteria).A. Minimaal vijf aanvallen die aan criteria B-D voldoen
B. Ernstige of zeer ernstige eenzijdige pijn rondom het oog gedurende 15-180 minuten (onbehandeld)
C. Eén of beide van de volgende
a. Tenminste 1 van de volgende symptomen aan dezelfde kant als de hoofdpijn
– rood en/of tranend oog
– verstopte en/of loopneus
– zwelling rondom het oog
– zweten van het voorhoofd en gelaat
– kleine pupil en/of hangend ooglid
b. Rusteloosheid of agitatie
D. Aanvalsfrequentie tussen één aanval per twee dagen tot 8 aanvallen per dag
E. Niet beter beschreven door een andere ICHD-3-diagnose
-
FAQ
Clusterhoofdpijn is een relatief zeldzame aanvalsgewijze hoofdpijnaandoening met een prevalentie van ongeveer 0,1%. Dit betekent dat ongeveer 1 op de 1000 mensen in Nederland clusterhoofdpijn heeft. Clusterhoofdpijn komt in tegenstelling tot migraine vaker voor bij mannen dan bij vrouwen met een man:vrouw verhouding van 2-3:1. De ziekte wordt echter vaak gemist bij vrouwen, omdat er ten onrechte aan migraine wordt gedacht.
Over het algemeen treden de eerste aanvallen van clusterhoofdpijn op tussen het 20e en 40e levensjaar, maar clusterhoofdpijn kan ook al op jongere leeftijd beginnen. Sommige mensen hebben hierbij ook nog last van migraineaanvallen, wat de diagnose en behandeling niet vereenvoudigt.