Clusterhoofdpijn behoort tot een groep van ziektebeelden die TACs (Trigeminal Autonomic Cephalalgias) genoemd worden. Andere ziektebeelden die tot deze groep horen zijn paroxysmale hemicrania, SUNCT en SUNA.
Paroxismale hemicrania is zeldzaam en wordt ook wel een ‘zusje’ van clusterhoofdpijn genoemd. De aanvallen lijken op die van clusterhoofdpijn, maar er zijn enkele belangrijke verschillen. Aanvallen van paroxismale hemicrania zijn korter (2-30 minuten), treden veel vaker op (tot wel dertig maal per dag) en zijn niet op voorspelbare tijdstippen. Ook moet een zeer goede respons zijn op behandeling met indometacine om de diagnose te mogen stellen.
Het zeer zeldzame SUNCT of SUNA onderscheidt zich van clusterhoofdpijn en paroxismale hemicrania doordat de aanvallen nog vaker voorkomen (tot wel tweehonderd keer per dag) en zeer kort duren (5-240 seconden). SUNCT en SUNA staan voor “Short-lasting Unilateral Neuralgiform headache with Conjunctival infection and Tearing” en “Short-lasting Unilateral Neuralgiform headache with autonomic symptoms”. Aanvallen kenmerken zich door een kortdurende hevige hoofdpijn, gelokaliseerd aan één kant van het hoofd die gepaard gaat met rode, tranende ogen. Meestal komt de hoofdpijn in aanvallen van zware hevige steken. De aanvallen duren vaak niet langer dan een paar seconden tot minuten waarna de hevige steken weer weg trekken.