A. Minimaal vijf aanvallen die aan criteria B-D voldoen
B. Ernstige of zeer ernstige eenzijdige pijn rondom het oog gedurende 15-180 minuten (onbehandeld)
C. Eén of beide van de volgende
a. Tenminste 1 van de volgende symptomen aan dezelfde kant als de hoofdpijn
– rood en/of tranend oog
– verstopte en/of loopneus
– zwelling rondom het oog
– zweten van het voorhoofd en gelaat
– kleine pupil en/of hangend ooglid
b. Rusteloosheid of agitatie
D. Aanvalsfrequentie tussen één aanval per twee dagen tot 8 aanvallen per dag
E. Niet beter beschreven door een andere ICHD-3-diagnose