skip to main content
Aanmelden

Plasticiteit van het chronische migraine brein

Onderzoekers van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) hebben samen met hun Australische collega’s van Queensland University of Technology (QUT) aanwijzingen gevonden dat het ‘aan en uit’ zetten van DNA een rol speelt in de afname in migraine na het stoppen van acute medicatie in patiënten met chronische migraine en medicatie overgebruik. In dezelfde patiëntengroep hebben zij tevens ontdekt dat de functionele hersenverbindingen, vooral die betrokken zijn bij het verwerken van visuele prikkels, veranderen bij chronische migraine patiënten. Dit betrof een samenwerking met Leiden Institute for Brain and Cognition.

De meerderheid van de mensen die last hebben van migraine ervaart één tot twee hoofdpijnaanvallen per maand. Desalniettemin ervaren sommige patiënten veel frequenter migraineaanvallen. Als er sprake is van hoofdpijn gedurende minstens 15 dagen per maand, waarvan minimaal 8 dagen migraine, gedurende 3 maanden, wordt dit aangeduid als chronische migraine. Chronische migraine kan aanzienlijke invloed hebben op het dagelijks leven van patiënten.

Waarom sommige patiënten chronisch worden is iets wat onderzoekers nog steeds proberen te begrijpen. Wel weten we dat medicatie overgebruik (= te veel pijnstillers) hier een belangrijke rol bij speelt.

‘Markeringen’ op het DNA

Wanneer de pijnstillers worden gestopt neemt niet bij alle patiënten de migraine frequentie af. Om dit te begrijpen hebben onderzoekers van het LUMC samen met hun Australische collega’s van QUT onderzocht of markers die het DNA “aan en uit zetten” een rol spelen bij dit proces. Hiervoor hebben zij epigenetisch onderzoek gedaan.

Epigenetica betekent ‘rondom het DNA’, het zijn factoren die maken dat genen meer “aan” of “uit” staan. Epigenetica draait om hoe je erfelijke aanleg tot uiting komt en de invloed van omgevingsfactoren hierop. Wat zijn die omgevingsfactoren? Dat kunnen dingen zijn als roken, stress, sporten, slaap en bewegen, maar ook welke medicijnen je inneemt en of je dus teveel pijnstillers gebruikt. Deze factoren kunnen op deze manier genen dus activeren of uitschakelen.

De studie in Clinical Genetics onderzocht mensen met chronische migraine en medicatieovergebruik en beschrijft welke genen een rol spelen bij patiënten die wel of niet reageren op het staken van de medicatie. Irene de Boer, arts-onderzoeker, benadrukt: “In deze studie hebben we herhaaldelijk op dezelfde manier meerdere metingen gedaan om de veranderingen over de tijd in kaart te brengen. Daardoor konden we zien dat de veranderingen in twee genen optreden bij mensen die goed reageren op het staken van medicatieovergebruik.” Prof. Gisela Terwindt, neuroloog, voegt eraan toe: “Het migrainebrein is gelukkig weer terug te brengen in het minder “aan”-staan, waardoor we patiënten daarna ook beter kunnen behandelen omdat preventieve medicatie dan beter aanslaat.”

Niet alleen helpen deze resultaten om chronische migraine beter te begrijpen, in de toekomst kunnen deze genen (en de markering erop) mogelijk ook als aanknopingspunt dienen voor een behandeling.

Het volledige artikel is hier te lezen.

Beeldvorming van het brein

De Leidse hoofdpijnonderzoekers hebben ook met MRI-scans hersenverbindingen onderzocht bij dezelfde patiënten met chronische migraine voor en na het staken van de pijnstillers. De onderzoekers hebben gekeken naar de functionele hersenverbindingen door middel van MRI onderzoek. Resting state-fMRI onderzoekt de functionele connectiviteit van de hersenen. Dit betekent dat men kijkt naar hoe verschillende delen van de hersenen samenwerken, zelfs als een persoon niet actief een opdracht aan het uitvoeren is, dus in rust (resting) is. Ook in rust zijn er in het brein hersenstructuren die voortdurend “aan” staan en dus functioneel actief zijn.

Bij dit MRI onderzoek vonden de Leidse onderzoekers dat de hersenschors die betrokken is bij het verwerken van visuele prikkels veranderd is bij chronische migraine patiënten en dat dit verandert na het staken van pijnstillers, met name bij die mensen die goed reageerden en waarbij de migraine veel minder werd (responders). Prof. Gisela Terwindt, neuroloog, legt uit: “Deze bevindingen sluiten dus aan bij ons epigenetisch onderzoek. Het gaat dus over het “”aan of uit” staan van genen en het brein. Teveel “aan” staan is dus niet goed voor mensen met migraine. En het overmatig gebruik van pijnstillers leidt tot meer “aan” staan, maar het is gelukkig omkeerbaar.”

Het artikel is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift ‘Clinical NeuroImage’.